Financiering

Algemeen

De financieringsparagraaf is een belangrijk hulpmiddel bij het sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden op de financieringsfunctie. Deze paragraaf is een uitwerking van de regelgeving in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Volgens deze wet is de financieringsfunctie van de gemeente alleen bedoeld voor het uitvoeren van de publieke taken. De verdere lokale regels liggen vast in het Treasurystatuut. Het actuele Treasurystatuut is in 2023 vastgesteld.

Beleidskader en verordeningen

  • Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido)
  • Besluit lening voorwaarden decentrale overheden
  • Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden
  • Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Wet Ruddo)
  • Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)
  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
  • Financiële verordening
  • Treasurystatuut

Rentevisie

Het rentepercentage voor leningen met een looptijd korter dan een jaar is op dit moment positief. Dit houdt in dat de gemeente voor het aangaan van kasgeldleningen rente betaald. Voor langlopende geldleningen met een looptijd van 25 jaar is de rente 3,44%.

Dienstverlening BNG

Met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten hebben we een raamovereenkomst met geïntegreerde dienstverlening. Deze dienstverlening omvat:

  • Elektronisch betalingsverkeer via een rekening-courant
  • Kort-kredietarrangementen (daggeldverstrekking en –opname, kasgeldleningen entermijndeposito’s)
  • Langlopende kredietverlening
  • Een online informatiedienst

Schatkistbankieren

Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden alle overtollige beschikbare middelen op hun bankrekeningen te beleggen bij het Rijk. Onder overtollige middelen verstaat het Rijk bedragen groter dan 2% van het begrotingstotaal, met een minimum van 1.000.000. Voor 2026 is dit bedrag voor gemeente Hoeksche Waard berekend op 5,9 miljoen. Er is daarmee geen vrijheid om overtollige liquide middelen onder te brengen bij andere marktpartijen. Die overtollige middelen mogen wij alleen in rekening-courant en via deposito’s bij de schatkist aanhouden.

Decentrale overheden nemen deel aan schatkistbankieren zodat de collectieve sector (het Rijk en decentrale overheden gezamenlijk) een lagere EMU-schuld heeft. Iedere euro die decentrale overheden aanhouden in de schatkist, vermindert de externe financieringsbehoefte van het Rijk. Dit leidt automatisch tot een lagere staatsschuld. Door het schatkistbankieren kunnen decentrale overheden ook hun beleggingsrisico’s verder verminderen. Deze situatie kan zich in onze gemeente overigens niet voordoen. In het Treasurystatuut is een verbod op risicovolle beleggingen en derivaten opgenomen.

Voor de uitvoering van het schatkistbankieren, is een SKB-werkrekening geopend bij de BNG. Overtollige gelden worden hier dagelijks naartoe afgeroomd. De BNG blijft ook de overige geldhandelingen verzorgen zoals betalingen en ontvangsten.

Rentekostenverdeling

De rentekosten worden tegen 0,805% ten laste van het taakveld gebracht op basis van de boekwaarde van de vaste activa. Deze omslagrente berekenen we als volgt: de aan de taakvelden toe te rekenen rente delen we door de boekwaarde van de vaste activa per 1 januari. De omslagrente rekenen wij vervolgens toe aan de activa. Bij de jaarrekening wordt bekeken of het gehanteerde rentepercentage juist is. Een renteresultaat geeft de mate waarin de externe rentelasten zijn toegerekend (verdeeld) in de begroting aan.

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

2.690

3.916

4.768

5.168

De externe rentebaten

395

395

395

395

Totaal door te rekenen externe rente

2.295

3.521

4.373

4.773

Rente doorberekend aan facilitaire grondexploitatie

0

0

0

0

Rente projectfinanciering toegerekend aan taakveld

0

0

0

0

Rentebaat projectfinanciering toegerekend aan taakveld

0

0

0

0

Saldo door te rekenen externe rente

2.295

3.521

4.373

4.773

Rente over eigen vermogen

0

0

0

0

Rente over voorzieningen

0

0

0

0

De aan taakvelden toe te rekenen rente

2.295

3.521

4.373

4.773

Boekwaarde investeringen per 1-1-2026

285.128

335.227

366.364

378.348

Berekend omslag%

0,805%

1,050%

1,194%

1,262%

De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente

2.336

3.550

4.345

4.821

Renteresultaat op het taakveld treasury

41

29

-28

48

Risicobeheer

Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het Treasurystatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen. Deze vormen de basis voor alle transacties op dit gebied. Daarnaast geeft de Wet Fido normen voor het beperken van risico’s. Het belangrijkste risico in dit kader is het renterisico. Het kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn belangrijke richtlijnen om het renterisico te beperken.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is bedoeld om de renterisico’s bij de vlottende schuld, dat zijn schulden met een looptijd korter dan een jaar, te beheersen. De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van de totale lasten van de begroting. De kasgeldlimiet per kwartaal is als volgt:

1e kw. 2026

2e kw. 2026

3e kw. 2026

4e kw. 2026

Primaire begroting per 1 januari 2026

297.509

297.509

297.509

297.509

Toegestane kasgeldlimiet

- in procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

- in bedrag

25.288

25.288

25.288

25.288

Vlottende schuld (1)

Maand 1

36.000

36.000

36.000

36.000

Maand 2

36.000

36.000

36.000

36.000

Maand 3

36.000

36.000

36.000

36.000

Vlottende middelen (2)

Maand 1

22.000

22.000

22.000

22.000

Maand 2

22.000

22.000

22.000

22.000

Maand 3

22.000

22.000

22.000

22.000

Saldo (1-2)

Maand 1

14.000

14.000

14.000

14.000

Maand 2

14.000

14.000

14.000

14.000

Maand 3

14.000

14.000

14.000

14.000

Gemiddeld saldo

14.000

14.000

14.000

14.000

Kasgeldlimiet

25.288

25.288

25.288

25.288

Ruimte (+) / Overschrijding (-) kasgeldlimiet

11.288

11.288

11.288

11.288

Renterisiconorm

De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico door renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks niet meer dan 20% van het begrotingstotaal voor herfinanciering of renteherziening in aanmerking mag komen. De volgende tabel geeft de renterisiconorm voor 2026-2029 weer.

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

Stand van de begroting per 1/1

297.509

277.007

275.621

277.587

Vastgestelde percentage

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%

Renterisiconorm

59.502

55.401

55.124

55.517

Renteherzieningen

0

0

0

0

Aflossingen

1.833

1.833

1.833

1.833

Renterisico

1.833

1.833

1.833

1.833

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

57.669

53.568

53.291

53.684

De tabel laat zien dat er geen sprake is van risico’s op het overschrijden van de renterisiconorm.

Uitgezette geldleningen

Onderstaand een overzicht van de uitgezette geldleningen per risicogroep.

Risicogroep

Restant schuld

1-1-2026

1-1-2027

1-1-2028

1-1-2029

SVn: duurzaamheidsleningen

9.206

9.206

9.206

9.206

SVn: blijversleningen

310

310

310

310

SVn: startersleningen

17.953

17.953

17.953

17.953

27.469

27.469

27.469

27.469

(Sport)verenigingen

1.159

1.081

943

864

Woningfinanciering eigen personeel

23

18

12

6

1.182

1.099

955

870

Totaal verstrekte geldleningen

28.651

28.568

28.424

28.339

Garanties

Onderstaand een overzicht van de verstrekte garanties per risicogroep.

Risicogroep

% garantstelling

Restant schuld waarborg gemeente

1-1-2026

1-1-2027

1-1-2028

1-1-2029

Woningcorporaties met garantie WSW

50%

199.266

199.266

199.266

199.266

Zorginstellingen met garantie WSW

50%

30.573

30.573

30.573

30.573

Woningcorporaties zonder garantie WSW

100%

2.650

2.650

2.650

2.650

Zorginstellingen zonder garantie WSW

100%

1.060

1.060

1.060

1.060

Wegschap Tunnel Dordtse Kil

8%

3.128

3.128

3.128

3.128

Bedrijvenpark Hoeksche waard

100%

0

0

0

0

Regionale afvalstoffendienst B.V.

100%

11.122

11.122

11.122

11.122

Bres accommodaties

100%

865

865

865

865

Geldleningen particuliere woningen

100%

337

337

337

337

Diverse bedrijven en verenigingen

50%

0

0

0

0

Diverse bedrijven en verenigingen

60%

120

120

120

120

Diverse bedrijven en verenigingen

100%

119

119

119

119

Totaal verstrekte garanties

249.240

249.240

249.240

249.240

In de tabel zijn alle verstrekte garanties opgenomen. Op dit moment zijn er voor deze garantstellingen geen betalingsachterstanden.

Voor een aantal groepen is een gemeentegarantie verstrekt. De grootste groep betreft zogenaamde WSW-garantstellingen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) is actief als borgstellingsinstituut voor de sociale woningbouw. We hebben een achtervangovereenkomst met hen gesloten. Hierdoor kan het WSW goedkoper geld lenen. Op 1 mei 2024 trad een nieuwe achtervangovereenkomst tussen WSW en gemeenten in werking. Deze achtervangovereenkomst vervangt alle voor 1 mei 2024 tussen WSW en gemeenten gesloten achtervangovereenkomsten. Deze achtervangovereenkomst zorgt ervoor dat met ingang van 1 mei 2024 alle rechten en verplichtingen van gemeenten en van WSW ten aanzien van de achtervangpositie van gemeenten uitsluitend worden beheerst door deze achtervangovereenkomst. Als gevolg hiervan wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de rechten en verplichtingen van gemeenten en WSW van vóór en vanaf 1 augustus 2021. De enige uitzondering hierop is de te hanteren verdeelsleutel voor gemeenten. Voor verstrekte gemeentegaranties voor de aankoop van een eigen woning ligt het risico vanaf 2010 volledig bij het Rijk. Omdat hypotheken over het algemeen een looptijd hebben van 30 jaar, lopen de laatste garantstellingen voor particulieren nog tot 2040 door.

Opgenomen geldleningen

Onderstaand een overzicht van het saldo van de bij de BNG afgesloten langlopende geldleningen.

Saldo geldleningen

1-1-2026

1-1-2027

1-1-2028

1-1-2029

Leningen

43.833

42.000

40.167

38.334

Rente en aflossing

Aflossing

1.833

1.833

1.833

1.833

Rente

921

880

839

798

Totaal

2.754

2.713

2.672

2.631

Bij bovenstaande tabel wordt opgemerkt dat dit de leningen betreffen die wij op dit moment daadwerkelijk hebben afgesloten. Op basis van het investeringsplan de komende jaren houden wij er rekening mee dat wij aanvullende geldleningen moeten afsluiten.

Ontwikkeling van de schuldpositie

Het wordt de laatste jaren steeds belangrijker om de ontwikkeling van de schuldpositie te volgen. We hebben daarom een aantal ratio’s uitgewerkt: debt ratio, netto schuld als percentage van de begroting en netto schuld als bedrag per inwoner.

Kritische norm

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

Debt ratio

80%

33%

41%

47%

50%

Netto schuld / lasten begroting

100%

18%

34%

45%

51%

Netto schuld per inwoner

n.v.t.

575

1.015

1.336

1.490

Debt ratio

De debt ratio drukt uit in hoeverre het totale bezit op de balans is belast met schulden. Een ratio van 60% wordt als veilig beschouwd. Als kritische grens hanteren we 80%. Ons percentage van 33% is ruim voldoende.

Netto schuld als percentage van de begroting

De netto schuld wordt uitgedrukt in een percentage van de begroting. De grondexploitaties laten we buiten beschouwing omdat hierin grote schommelingen optreden en we de rentelasten daarvan binnen de grondexploitaties (inclusief de getroffen voorzieningen) dekken. Een ratio van maximaal 70% wordt als veilig beschouwd. De kritische grens ligt bij 100%. Bij overschrijding van deze grens beoordelen we of we kunnen blijven investeren zonder hiervoor nieuwe financieringsmiddelen aan te moeten trekken. Het percentage van onze gemeente is 18%. Dat is goed te noemen.

Netto schuld per inwoner

De netto schuld per inwoner is het resultaat van de boekwaarde van de vaste geldleningen gedeeld door het totaal aantal inwoners. Wij hebben een netto schuld per inwoner van 575.

Beleggingen in aandelen

Het gemeentelijk aandelenbezit bestaat uit aandelen van de BNG, Evides en Stedin. De dividenduitkeringen betreffen hierbij een algemeen dekkingsmiddel.

Aandelenbezit

Nominale waarde

Dividenden 2026

Dividenden 2027

Dividenden 2028

Dividenden 2029

Stedin

6.138

1.100

1.100

1.100

1.100

Stedin (cum. pref. aandelen)

4.080

120

120

120

120

Evides

3.389

299

299

299

299

BNG

357

386

386

386

386

Totaal

13.964

1.905

1.905

1.905

1.905

Gemiddeld rendement

13,64%

13,64%

13,64%

13,64%

Debiteuren- en crediteurenbeheer

Debiteurenbeheer

Het debiteurenbeheer gaat om alle activiteiten die gericht zijn op het zo snel mogelijk innen van openstaande vorderingen bij partijen. Goed debiteurenbeheer zorgt ervoor dat wij over voldoende liquide middelen kunnen beschikken om onze leveranciers te kunnen betalen. De omvang van ons debiteurenbestand (“afnemers”) is daarbij relatief beperkt omdat het SVHW de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen uitvoert. Voor de overige vorderingen voeren wij zelf het debiteurenbeheer uit. Om grip te houden op ons debiteurenbestand, monitoren wij periodiek onze openstaande vorderingen, herinneren wij onze debiteuren als betalingen uitblijven en zoeken wij bij blijvende knelpunten, zo veel mogelijk het persoonlijke contact met debiteuren. Daar waar sprake is van bijzondere omstandigheden wordt maatwerk toegepast. Daar waar vorderingen structureel niet worden voldaan, geven wij deze uit handen. In 2025 hebben wij het nieuwe financiele pakket Erpx in gebruik genomen. Dit heeft in de eerste helft van 2025 geleid tot een iets oplopend debiteurensaldo doordat processen verder ingebed moesten worden. Wij verwachten dat in 2026 processen volledig zijn ingebed en het debiteurenbeheer weer op hetzelfde niveau is als voorheen.

Crediteurenbeheer

De wettelijke betalingstermijn is 30 dagen. De visie van een 100%-dienstverlenende gemeente is voor ons eerder aanleiding geweest om de termijnen waarop wij onze leveranciers betalen (verder) te verkorten. Dit betreft een continue proces. Wij streven ernaar om 95% van al onze facturen binnen 14 dagen te voldoen. Over de eerste helft van 2025 hebben wij 80% van onze vorderingen betaald binnen 30 dagen en ongeveer de helft betaald binnen 14 dagen. De gemiddelde betaaltermijn lag hierbij op 23 dagen. Hoewel het grootste gedeelde van onze facturen wordt voldaan binnen de wettelijke termijnen, liepen wij in de eerste helft van 2025 iets achter onze doelstellingen. Dit hield verband met de ingebruikname van ons nieuwe finaniceel pakket Erpx waarbij processen verder ingebed moesten worden. Deze tijdelijke daling was ookreeds aangekondigd in de begroting 2025 en is logisch bij een omvangrijk veranderingsproces als de vervanging van een nieuw pakket. Door middel van periodieke rapportages, controles op de werkvoorraden van facturen én vroegtijdige signaleringen bij afwijkingen, geven wij verhoogde aandacht aan de factuurafhandeling en factuurverwerking zodat wij onze leveranciers weer kunnen betalen binnen de (zeer korte) termijnen die zij van ons gewend zijn.

Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)

De Wet Hof is vooral van invloed op het investeringstempo van de gemeente en de manier waarop er wordt omgegaan met reserves. De gemeente moet op basis van het kasstelsel binnen het toegestane EMU-saldo blijven. Bij overschrijding van de EMU-norm zijn in de wet geen maatregelen opgenomen. Op dit moment monitoren wij het EMU-saldo 2 keer per jaar. Aan de hand van de resultaten nemen we eventueel maatregelen op het gebied van investeringen. Het sanctiemechanisme van de minister van Financiën is vervangen door een correctiemechanisme. Als een meerjarige overschrijding van de vastgestelde norm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden dreigt, kan de minister het EMU-saldo van de decentrale overheden beheersen met behulp van het correctiemechanisme.

EMU-saldo

Het EMU-of vorderingensaldo is het financieringssaldo minus deelname in bedrijven en inkomsten uit kredietverstrekking van een land dat lid is van de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU). Het EMU-saldo is door de EMU ingevoerd om de eurolanden met elkaar te kunnen vergelijken.

In het Stabiliteits- en Groeipact is een reeks afspraken tussen landen van de EMU gemaakt om de financiële stabiliteit van de EU en de eurozone te waarborgen. Hierin is de grens aan het nationale begrotingstekort op 3% gesteld. De Europese afspraken vormen de basis van de Wet Hof. De wet bepaalt dat niet alleen het Rijk, maar ook de decentrale overheden zich aan de eisen moeten houden. Het aandeel van de decentrale overheden in de 3%-norm is 0,4%, waarvan weer 0,27% is toebedeeld aan de gemeenten.

In onderstaande tabel is het EMU-saldo van gemeente Hoeksche Waard berekend.

Omschrijving

Begroting 2025

Begroting 2025

Begroting 2025

Begroting 2028

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-8.293

-6.979

-7.850

-6.578

Afschrijvingen ten laste van de exploitatie

11.997

14.499

16.081

17.159

Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie

1.534

1.537

1.537

1.537

Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

60.064

47.603

27.936

23.462

Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4

0

0

0

0

Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:

Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord

0

0

0

0

Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)

1.166

837

329

0

Baten bouwgrondexploitatie:

Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord

485

452

0

0

Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen

3.865

3.651

2.719

1.734

Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten

0

0

0

0

Verkoop van effecten:

Gaat u effecten verkopen?

Zo ja wat is de verwachte boekwinst op de exploitatie?

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

-59.372

-42.581

-21.215

-13.078

Het EMU-saldo kan gezien worden als een extra financieel kengetal naast de andere vijf verplichte financiële kengetallen zoals de solvabiliteit en de (netto) schuldquote. Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht in het bedrijfsleven. Het negatieve EMU-saldo over alle jaren geeft aan dat we naar verwachting als gemeente via reële transacties jaar meer uitgeven dan dat we hebben ontvangen. Het is echter wel van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. Gemeenten maken voor hun boekhouding gebruik van het ‘gemodificeerde stelsel van baten en lasten’. Het EMU-saldo van één jaar zegt relatief weinig omdat de uitgaven voor investeringen bijvoorbeeld in één jaar leiden tot een uitgave, maar in de exploitatie via de kapitaallasten leiden tot meerjarige lasten. Of dat toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat gaan, maar pas bij besteding van de voorziening leiden tot een uitgave.