Programma 8 Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Tot het programma Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening behoren de taakvelden ruimte en leefomgeving, grondexploitatie (anders dan bedrijventerreinen), wonen en ontwikkeling.
Wat gebeurt er om ons heen?
Omgevingswet
Op 1 januari 2024 trad de Omgevingswet in werking. De wet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. De wet biedt de mogelijkheid om met overzichtelijke regels de leefomgeving meer in samenhang in te richten, biedt ruimte voor lokaal maatwerk en leidt tot snellere besluitvorming. Belangrijke activiteit voor de komende jaren is de vormgeving van een gebiedsdekkend omgevingsplan. Daarvoor hebben we tot 1 januari 2032 de tijd. 2026 zal in teken staan van het verder voorbereiden van de omgevingsplanwijziging voor het buitengebied, de eerste wijzigingsprocedures van het omgevingsplan voor projecten af te ronden en het verder standaardiseren van de werkprocessen onder de Omgevingswet.
Ruimtelijke ordening
De vraag om ruimte is groter dan de ruimte die we beschikbaar hebben. Het belang van de ruimtelijke ordening, om keuzes te maken in deze ruimteclaims en ervoor te zorgen dat er ruimte blijft voor ontwikkelingen zonder dat dit ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit wordt steeds belangrijker. Dit vraagt om scherpe keuzes en een duidelijk afwegingskader. Binnen de bestaande budgetten zijn middelen beschikbaar om hiervoor beleid te ontwikkelen.
Wonen en volkshuisvesting
Op het gebied van volkshuisvesting blijft het bouwen van voldoende en geschikte woningen belangrijk, vooral in het betaalbare segment en voor ouderen. De gemeente focust op versnelling van woningbouwplannen en betere samenwerking met partners. Voor structurele doorbraken op grotere knelpunten, zoals stikstof of netcongestie, is samenwerking met andere overheden noodzakelijk. De gemeente zet daarnaast in op efficiënter planproces en projectmatig werken.
De komende jaren blijft het doel om gemiddeld zo'n 500 woningen per jaar toevoegen aan de woonvoorraad. Conform de woningbouwafspraken in de Regionale realisatieagenda (woondeal) streven we daarbij naar het bouwen van tenminste 2/3 betaalbare woningen, waarvan 30% sociale huur. Het is onder de huidige marktomstandigheden uitdagend om deze doelen te halen.
We hebben speciale aandacht voor jonge huishoudens, ouderen en andere kwetsbare doelgroepen. Naast het realiseren van een groot aandeel betaalbare woningen voor deze doelgroepen, moet een aanzienlijk deel van de woningen ook bestaan uit nultredenwoningen, geclusterde woonvormen en zorggeschikte woningen (voormalige verpleegzorgplekken).
In de woningbouwprogrammering, die we jaarlijks actualiseren, is opgenomen waar we de komende 10 jaar welke woningen willen realiseren. Woningbouw concentreert zich zoveel mogelijk in de bestaande dorpen en de vier grote ontwikkelgebieden. Zijn er in een dorp niet of nauwelijks ontwikkelmogelijkheden en is er wel aantoonbare behoefte, dan wordt gekeken naar geschikte locaties aan de dorpsrand. Nieuw te ontwikkelen locaties worden altijd met een integrale blik afgewogen, waarbij maatschappelijke meerwaarde een basisvoorwaarde is voor medewerking.
Om voortgang in de woningbouwproductie te houden, maken we in een vroegtijdig stadium van een ontwikkeling scherpe en bindende afspraken met ontwikkelaars over programma, planning en fasering. De gemeentelijke inzet richt zich op ontwikkelaars die de stap tot realisatie daadwerkelijk willen en ook kunnen maken. Dit betekent dat op woningbouwlocaties waar ontwikkelende partijen niet voldoende vaart maken, de gemeente een pas op de plaats maakt. Ten behoeve van de tijdelijke regeling realisatiestimulans wordt de status 'start bouw' goed bijgehouden in onze monitoring.
In navolging van de afspraken uit de Regionale realisatieagenda zetten we onze afstemming met ontwikkelende partijen en partners aan de versnellingstafel voort.
Regie op gebiedsontwikkeling
In 2026 geven we verder vorm aan regie op gebiedsontwikkelingen. Hiervoor kijken we bij gebiedsontwikkelingen met een integrale blik goed naar de samenhang en de volgordelijkheid van de diverse projecten. Uitgangspunt daarbij is de maatschappelijke meerwaarde die hiermee moet ontstaan voor het eiland en de dorpen.
We maken voor onze dorpen ontwikkelbeelden. Hiermee maken we concreet welke plannen op welke manier worden uitgevoerd om het betreffende dorp vitaal en leefbaar te houden. Dit gebeurt in lijn met de Omgevingsvisie Hoeksche Waard en met het doel om maatschappelijke meerwaarde te creëren voor het eiland. Belangrijke dragers van de ontwikkelbeelden zijn de historische waarden van de dorpen, versterking van de identiteit en toekomstbestendige uitstraling. De samenwerkende disciplines Landschapsarchitectuur en Stedenbouw vormen daarom de kern van het projectteam. Vanuit deze basis vindt samenwerking plaats met de andere vakgebieden, om tot een integraal beeld te komen.
Er is om verschillende redenen behoefte aan een actualisatie van de in 2019 vastgestelde Omgevingsvisie Hoeksche Waard. Naast de juridische verplichting om een Omgevingsvisie te hebben, onderschrijft de Toekomstvisie Hoeksche Waard ook de sleutelrol van de Omgevingsvisie bij het waarmaken van de in de Toekomstvisie geformuleerde doelen. In 2026 starten we daarom de actualisatie van de Omgevingsvisie.
Ook richten we het 'Beleidshuis Omgevingswet' in. Dit is een metafoor die wordt gebruikt om structuur te geven aan het instrumentarium onder de Omgevingswet. Deze beleidscyclus helpt overheden om hun beleid voor de fysieke leefomgeving op een samenhangende en transparante manier vorm te geven. Ook bevordert het dat strategische doelen worden vertaald naar uitvoerbaar acties en concrete resultaten. En dat wildgroei van allerlei sectorale visies en beleid wordt voorkomen.
HIernaast worden in 2026 extra acties ondernomen, zoals het toepassen van parallel plannen om projecten te versnellen, het doorontwikkelen van de Woonbalans naar de 'Hoeksche Balans' en het verbeteren van monitoring van woningbouwprojecten.
Grondexploitatie
Met de nieuwe Nota Grondbeleid uit 2024 kiest de gemeente voor een dynamischer aanpak. Per ruimtelijke ontwikkeling bepaalt de gemeente in welke mate zij zelf de regie neemt. Dit moet leiden tot effectievere sturing op publieke doelen, maar vraagt ook om meer kennis en duidelijke keuzes vanwege beperkte capaciteit. Om betere invulling te geven aan ons grondbeleid onder de Omgevingswet wordt een nieuw programma kostenverhaal opgesteld. Hierin geeft de gemeente tevens aan op welke manier wij de bijdrage voor de ontwikkeling van een gebied op initaitiefnemers willen verhalen. Daarmee ontstaat meer financiële slagkracht om verbeteringen in de fysieke leefomgeving te realiseren.
Wat willen we bereiken? Wat gaan we ervoor doen?
Wat willen we bereiken | Wat gaan we ervoor doen | Planning |
|---|---|---|
8.1 Behoud van jonge huishoudens en instroom van jonge huishoudens faciliteren om de demografische balans te behouden. | 8.1.1 Behoud van jonge huishoudens en faciliteren instroom. | doorlopend |
8.2 Een continue toevoeging van 500 woningen per jaar aan de woningvoorraad om te voldoen aan de vraag. | 8.2.1 Voortgang behouden en versnellen woningbouwproductie. | doorlopend |
8.3 Een kwalitatief woningbouwprogramma met de juiste woning op de juiste plek, conform de WWZ-visie. | 8.3.1 Activiteiten ter realisatie van onze doelstelling ‘de juiste woning op de juiste plek’, waaronder woningbouw van voldoende betaalbare woningen en huisvesting voor ouderen en overige aandachtsgroepen. | doorlopend |
8.4 Het grondbeleid inzetten als een middel om onze (ruimtelijke) opgaven en doelstellingen te verwezenlijken. | 8.4.1. De Nota Kostenverhaal wordt geactualiseerd met oog op een effectief grondbeleid. | jan 2026 |
8.5 Inwerkingtreding omgevingswet. | 8.5.1 Realisatie van een gebiedsdekkend omgevingsplan. | uiterlijk 2032 |
Wat mag het kosten?
In onderstaande tabel zijn, per taakveld, de baten, de lasten, de onttrekkingen aan reserves evenals de stortingen in reserves weergegeven die betrekking hebben op dit programma. Hierbij zijn de baten (en onttrekkingen uit reserves) weergegeven als +/+ en de lasten (en stortingen in reserves) als -/-
(Bedragen x €1.000)
Taakveld | Werkelijk 2024 | Actuele begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 |
|---|---|---|---|---|---|---|
8.1 Ruimtelijke ordening | 3.545 | 4.127 | 512 | 512 | 467 | 467 |
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) | 8.784 | 1.129 | 485 | 452 | 453 | -133 |
8.3 Wonen en bouwen | 5.906 | 5.104 | 4.627 | 3.776 | 3.776 | 3.776 |
Totaal baten | 18.234 | 10.361 | 5.624 | 4.740 | 4.696 | 4.110 |
8.1 Ruimtelijke ordening | -5.875 | -6.207 | -3.125 | -2.975 | -3.025 | -2.975 |
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) | -9.394 | -1.341 | -700 | -651 | -644 | -46 |
8.3 Wonen en bouwen | -6.250 | -5.094 | -5.158 | -5.105 | -5.105 | -5.105 |
Totaal lasten | -21.518 | -12.642 | -8.984 | -8.730 | -8.774 | -8.125 |
Totaalsaldo van baten en lasten | -3.284 | -2.281 | -3.360 | -3.990 | -4.078 | -4.015 |
8.1 Ruimte en leefomgeving | 1.494 | 300 | 450 | 300 | 350 | 300 |
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal onttrekkingen reserves | 1.494 | 300 | 450 | 300 | 350 | 300 |
8.1 Ruimte en leefomgeving | -1.132 | -624 | -80 | -80 | -80 | -80 |
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal stortingen reserves | -1.132 | -624 | -80 | -80 | -80 | -80 |
Geraamd resultaat programma 8 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening | -2.923 | -2.605 | -2.990 | -3.770 | -3.809 | -3.795 |
Verbonden partijen die bijdragen aan het realiseren van onze doelstellingen
Er zijn binnen dit programma geen verbonden partijen.
Beleidsindicatoren
In onderstaande tabel zijn de, volgens het BBV, verplichte beleidsindicatoren opgenomen.
Indicatoren BBV (peildatum "Waarstaatjegemeente" (31-08-2025) | Jaar | Hoeksche Waard | Nederland | Gemeente weinig stedelijk |
|---|---|---|---|---|
Demografische druk (Groene + grijze druk tov 20-64 jarigen) | 2025 | 81 | 70,7 | 81,2 |
Aantal nieuwbouwwoningen per 1.000 woningen | 2024 | 7,2 | 8,4 | 8,0 |
