Grondslagen en uitgangspunten

In onderstaande tabel zijn de uitganspunten en grondslagen opgenomen zoals die in deze begroting zijn toegepast. Een aantal uitgangspunten (waaronder de woningbouwprognoses en de daaraan gekoppelde parameters) zijn aangepast aan de laatst bekende gegevens en kunnen om die reden afwijken van de eerdere uitgangspunten.

Onderwerp

Uitgangspunt

Algemeen

Een programmabegroting die voldoet aan de eisen van de BBV en die structureel sluitend is in 2025 of aannemelijk is gemaakt dat het structurele evenwicht uiterlijk in 2028 wordt bereikt.

Een programmabegroting die voldoet aan de eigen beleidslijnen zoals opgenomen in de financiële verordening 2023, de nota reserves en voorzieningen 2022 en de nota waardering, afschrijving vaste activa 2019.

Loonstijging

Loonindex CPB uit meicircuaire 2024 Gemeentefonds:

Loonvoet, sector overheid 2025: 4,4%

De cao voor gemeenten loopt van 2 januari 2024 tot 31 maart 2025.

NB: in de eerste begrotingswijziging bij de programmabegroting 2025-2028 worden de effecten van de septembercirculaire 2024 van het gemeentefonds meegenomen. Hierin wordt de indexatie van de lonen aangepast van 4,4% naar 4,7%.

Prijsstijging

Prijsindex CPB uit meicirculaire 2024 Gemeentefonds:

Prijs bruto binnenlands product 2025: 2,3%

De deelnemersbijdragen aan de GR-en zijn gebaseerd op de vastgestelde begrotingen van de GR-en.

NB: in de eerste begrotingswijziging bij de programmabegroting 2025-2028 wordt de effecten van de septembercirculaire 2024 van het gemeentefonds meegenomen. Hierin wordt de indexatie van de prijzen aangepast van 2,3% % naar 2,7%.

Meerjarenperspectief

In 2025 worden de lonen (zie 'loonstijging') en prijzen (zie 'prijsstijging') ten opzichte van 2024 geïndexeerd. Vanaf 2026 worden de lonen en prijzen constant gehouden (geen index).

Onvoorziene uitgaven

Deze is gebaseerd op 1,-

Omslagrente

Volgens Omslagberekening BBV. Deze wordt bij het opstellen van de Programmabegroting berekend.

Rentepercentage nieuwe geldleningen

  • Kortlopende geldleningen: 4,03%
  • Langlopende geldleningen: 3,2% (voor 25 jaar vast)

Rentetoerekening

De rente wordt via een renteomslag doorbelast aan de betreffende programma's en taakvelden.

Rentebijschrijving op reserves en voorzieningen

Vindt niet plaats (met uitzondering van voorzieningen gewaardeerd op contante waarde).

Berekening uurtarieven

De uitgangspunten voor het berekenen van de uurtarieven zijn de gemiddelde loonsom per team gedeeld door het aantal netto productieve uren met daarop een opslag van de overhead.

Het netto aantal productieve uren is 1.409 uur per jaar. Dit aantal wordt gehanteerd in de periode 2023 tot en met 2026.

Voor anterieure overeenkomsten worden de tarieven uit de landelijke plankostenscan toegepast.

Tarieven OZB en RZB

De belastingtarieven passen we aan aan de ontwikkeling van de waarden van het onroerend goed van het voorgaande jaar. Daarna verhogen wij de tarieven met de inflatiecorrectie op basis van prijs bruto binnenlands product (pbbp) uit de meicirculaire 2024.

In lijn met de besluitvorming van de raad bij (het raadsvoorstel van de) de programmabegroting 2024-2027 passen wij daarnaast jaarlijks de tarieven aan met het verschil tussen enerzijds het (eerder) in de begroting toegepaste inflatiecijfer en anderzijds het daadwerkelijk gerealiseerde inflatiecijfer van het afgelopen boekjaar. Dit doen wij op basis van de ramingen van het CPB van het pBBP. In de door u vastgestelde programmabegroting 2023 is een index op de ozb toegepast van 4,9% (cfm raming pBBP in Septembercirculaire 2022). Uit de ramingen van het Centraal Planbureau (kerngegevenstabel raming maart 2024) bedroeg dat het het pBBP over 2023 7,7%. Dit is een verschil van 2,8%. Dit is verwerkt in de voorligeende begroting.

NB: De prijsindexatie en de aanpassing van de tarieven die in deze (primaire) begroting zijn opgenomen zijn gebaseerd op de gegevens zoals opgenomen in de meicirculaire 2024 van het gemeentefonds zijn gepubliceerd. Hierbij was een prijsindexcijfer van 2,3% van toepassing. In de septembercirculaire 2024 van het gemeentefonds wordt uitgegaan van hogere inflatiecijfers (2,7% in plaats van 2,3%). In de actuele ramingen van het CPB (september 2024) blijkt dat het pBBP over 2023 is bijgesteld van 7,7% naar 7,3%. In het raadsvoorstel bij de programmabegroting 2025-2028 wordt voorgesteld om beide percentages te actualiseren. Derhalve is dit nog niet vertaald in deze primaire begroting 2025-2028.

Tarieven overige belastingen

Het betreft hier de volgende onderdelen:

  • Haven- en kadegeleden
  • Hondenbelasting
  • Lijkbezorgingsrechten
  • Marktgelden
  • Omgevingsvergunning­en
  • Overige legestarieven
  • Rioolheffing
  • Toeristenbelasting
  • Afvalstoffenheffing

Aanpassen aan de prijsstijging bruto binnenlands product voor zover de grens van de wettelijke voorschriften (maximumtarief of meer dan 100% kostendekkend) niet structureel wordt overschreden.

Privaatrechtelijke opbrengsten/ huuropbrengsten

Aanpassen aan de prijsstijging bruto binnenlands product tenzij er specifieke (meerjarige) afspraken zijn gemaakt (bijvoorbeeld huurovereenkomsten).

Subsidies

Structurele subsidies aanpassen aan de prijsstijging bruto binnenlands product.

Bij incidentele subsidies geen inflatiecorrectie toepassen (vaste bedragen).

Aantal inwoners

1 januari 2024: 90.248(GBA)

De stijging van het aantal inwoners wordt berekend door een factor van 1,6 inwoners te hanteren per extra woning. Dit resulteert in de volgende inwoneraantallen:

  • 1 januari 2025: 90.802
  • 1 januari 2026: 91.838
  • 1 januari 2027: 93.224
  • 1 januari 2028: 94.597

Aantal woningen

1 janauri 2024: 39.574 (CBS)

De stijging van het aantal woningen is gebaseerd op de aantallen uit de actuele woningbouwprogrammering 2024-20233. Dit resulteert in het volgende aantal woningen:

  • 1 januari 2025: 39.920 (verwachte realisatie in 2024 + 346)
  • 1 januari 2026: 40.568 (verwachte realisatie in 2025 + 648)
  • 1 januari 2027: 41.434 (verwachte realisatie in 2026 + 866)
  • 1 januari 2028: 42.292 (verwachte realisatie in 2027 + 858)

Aantal bijstandsgerechtigden

  • 1 januari 2025: 919
  • 1 januari 2026: 935
  • 1 januari 2027: 935
  • 1 januari 2028: 915

Aantal bedrijfsgebouwen

  • 1 januari 2025: 12.618
  • 1 januari 2026: 13.292
  • 1 januari 2027: 14.076
  • 1 januari 2028: 14.886

De stijging is gebaseerd op de verwachte stijging volgens het Rijk welke samenhangt met de uitkeringsfactor.

*Ten opzichte van de Perspectiefnota 2025 zijn de aantallen van het aantal woningen en inwoners geactualiseerd aan de hand van de meest actuele woningbouwprogrammering. Het aantal bedrijfsvestigingen is bijgesteld conform de verwachte stijging van het Rijk.