Lokale Heffingen

Inleiding

De prijsindexatie en de aanpassing van de tarieven die in deze (primaire) begroting zijn opgenomen zijn gebaseerd op de gegevens zoals opgenomen in de meicirculaire 2024 van het gemeentefonds zijn gepubliceerd. Hierbij was een prijsindexcijfer van 2,3% van toepassing. In de septembercirculaire 2024 van het gemeentefonds wordt uitgegaan van hogere inflatiecijfers (2,7% in plaats van 2,3%). In de actuele ramingen van het CPB (september 2024) blijkt dat het pBBP over 2023 is bijgesteld van 7,7% naar 7,3%. Gezien het tijdstip waarop de septembercirculaire bekend is gemaakt, hebben wij de effecten hiervan (op de budgetten en tarieven) niet meer in deze primaire begroting kunnen verwerken. In het raadsvoorstel bij de programmabegroting 2025-2028 wordt voorgesteld om beide percentages te actualiseren. Derhalve is dit nog niet vertaald in deze paragraaf van de begroting 2025-2028.

De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de gemeentelijke heffingen

In deze paragraaf staat informatie over de gemeentelijke belastingen en rechten (gebonden heffingen) die in onze gemeente van toepassing zijn, het beleid rondom de lokale heffingen een overzicht van de tarieven, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en de lokale lastendruk in het tijdvak 2025-2028.

Algemene uitgangspunten

Belastingen, zoals Onroerendezaakbelasting en Hondenbelasting zijn algemene dekkingsmiddelen. De opbrengsten zijn vrij besteedbaar. Dit in tegenstelling tot de gebonden heffingen zoals Rioolheffing of Afvalstoffenheffing. Deze middelen moeten verplicht besteed worden aan het doel waarvoor zij geïnd worden. In onderstaand overzicht geven wij aan welke belastingen wij heffen, wat de heffingsmaatsaf is en wat het beoogd doel is.

Omschrijving

maatstaf

beoogd doel

Belastingen

Onroerende zaakbelasting

WOZ waarde

algemeen dekkingsmiddel

Roerende zaakbelasting

waarde roerende zaak

algemeen dekkingsmiddel

Hondenbelasting

aantal honden

algemeen dekkingsmiddel

Toeristenbelasting

aantal overnachtingen

algemeen dekkingsmiddel

Watertoeristenbelasting

aantal etmalen verblijf

algemeen dekkingsmiddel

Reclamebelasting

WOZ waarde

bestrijding van kosten gericht op veiligheid ,leefbaarheid of ontwikkeling van het aangewezen gebied waar de belasting geheven wordt.

Baatbelasting

bedrag per onroerende zaak

verhalen van kosten, gemaakt voor het tot stand brengen van de voorziening

Rechten

Rioolheffing won. eigenaar

vast bedrag

dekking van kosten voor onderhoud en vervanging riolering

Rioolheffing won.gebruiker

aantal gebruikers

dekking van kosten voor onderhoud en vervanging riolering

Rioolheffing niet won. eigenaar

WOZ waarde

dekking van kosten voor onderhoud en vervanging riolering

Rioolheffing niet won. gebrruiker

WOZ waarde

dekking van kosten voor onderhoud en vervanging riolering

Lijkbezorgingsrechten

diversen (verschillend per dienst)

dekking van de kosten van diensten, nader omschreven in de tarieventabel bij de verordening

Leges

diversen (verschillend per dienst)

dekking van de kosten van dienstverlening, nader omschreven in de tarieventabel bij de verordening

Afvalstoffenheffing

vast bedrag verhoogd met een bedrag per lediging

dekking van de kosten voor afvoer en verwerking van huishoudelijk afval

Haven- en kadegelden

diversen (verschillend per haven)

dekking kosten onderhoud havens en kades.

Marktgelden

vierkante meters gebruik

dekking van kosten verbonden aan gebruik van een marktstandplaats

BIZ

diversen ( verschillend per BIZ vereniging)

bestrijding van kosten gericht op veiligheid ,leefbaarheid of ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone

Woonlasten

De gemeentelijke woonlasten bestaan uit onroerendezaakbelasting (OZB), afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemeentelijke belastingen stijgen in 2025 met inflatiecorrectie (2,3%). De gebonden heffingen (zoals afvalstoffenheffing, rioolheffingen en leges) mogen wettelijk maximaal 100% kostendekkend zijn, inclusief toe te rekenen compensabele btw, mutaties in voorzieningen en toe te rekenen kosten voor overhead. Ook voor deze gebonden heffingen is de inflatiecorrectie toegepast.

We streven naar zo laag mogelijke lokale lasten

Activiteiten voeren we uit tegen zo laag mogelijke kosten voor inwoners en bedrijven. Bij de rechten streven we zo veel mogelijk naar kostendekkende tarieven.

Kostenonderbouwing volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV)

Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf lokale heffingen kostenonderbouwingen voor belastingtarieven zijn opgenomen. Dit geldt voor de gebonden heffingen. In deze paragraaf zijn kostenonderbouwingen opgenomen volgens het BBV-model. Deze geven inzicht dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden.

Overhead rekenen we toe volgens een opslag

De apparaatskosten bestaan uit directe loonkosten en overhead (loonkosten ondersteunend personeel, huisvesting, ICT etc.). De directe loonkosten rekenen we rechtstreeks toe op basis van de geraamde tijdsbesteding. Overhead rekenen we via een opslagpercentage toe aan de directe loonkosten. Het percentage bepalen we door de overhead te delen door de totale directe loonkosten. Voor 2025 is dit percentage 80%. Wij passen een correctie toe voor kosten die niet aan de gebonden heffingen toegerekend kunnen worden.

Opbrengst lokale heffingen

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de opbrengsten van de lokale heffingen zoals opgenomen in de begroting 2025-2028.

Omschrijving

JR 2023

Begr 2024

2025

2026

2027

2028

Belastingen

Onroerende zaakbelasting

19.701

21.208

23.308

23.553

23.796

24.029

Roerende zaakbelasting

1

5

6

6

6

6

Hondenbelasting

665

665

711

711

711

711

Toeristenbelasting (incl water-)

169

188

192

192

192

192

Reclamebelasting

110

115

118

118

118

118

Subtotaal (a)

20.646

22.181

24.335

24.580

24.822

25.056

Rechten

Rioolheffing

9.508

9.762

11.002

12.575

13.074

13.466

Lijkbezorgingsrechten

1.233

1.513

1.548

1.548

1.548

1.548

Leges

5.124

7.948

6.528

4.936

4.936

4.936

Afvalstoffenheffing

9.231

10.595

11.719

11.719

11.719

11.719

Haven- en kadegelden

95

90

92

92

92

92

Marktgelden

21

23

24

24

24

24

Subtotaal (b)

25.212

29.931

30.913

30.894

31.393

31.785

Overig

BIZ

164

178

178

178

178

178

subtotaal (c )

164

178

178

178

178

178

Totaal (a+b+c)

46.022

52.290

55.426

55.652

56.393

57.019

Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit voor OZB is het verschil tussen de begrote opbrengst en de norm volgens de “artikel-12-status”. Zolang de geraamde opbrengsten lager liggen dan de norm-opbrengst, komt de gemeente niet in aanmerking voor een aanvullende uitkering uit het Gemeentefonds. De onbenutte belastingcapaciteit geven wij in de onderstaande tabel weer.

omschrijving

Gemiddeld voor vorig jaar*

art 12

max cf art 12

Waarde

Max opbr. (a)

Begroot 2025 (b)

onbenutte cap. (a-b)

woningen

0,0909%

120%

0,1091%

15.717.000

17.144

12.753

4.391

niet woningen eigenaren

0,3272%

120%

0,39264%

2.165.800

8.504

6.210

2.294

niet woningen gebruikers

0,2333%

120%

0,27996%

1.822.800

5.103

4.344

759

Totaal

30.751

23.308

7.443

Lokale lastendruk meerpersoonshuishoudens

De onroerendezaakbelasting (OZB) voor woningen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing bepalen het totaal van de lokale lasten. In onderstaand overzicht geven wij de gemiddelde lasten 2025 van Hoeksche Waard weer naast het landelijk gemiddelde. Uitgangspunt hierbij is een meerpersoonshuishouden met een eigen woning met een (gemiddelde) waarde van 399.000.

Lastendruk

2025

2024

Verschil

%verschil

Meerp. Huish met eigen woning

Totaal

Totaal

Totaal

2025-2024

Ten opzichte van 2024

OZB

324

308

16

5,10%

Rioolheffing

257

226

31

13,85%

Afvalstoffenheffing

298

266

31

11,74%

Lastendruk

879

801

78

9,78%

gemiddelde Nederland 2024*

994

* Bron: Coelo 2024

Onroerende- en roerende zaakbelastingen (OZB en RZB)

Bij de onroerende- en roerende zaakbelastingen is de (her-) waardering (wet WOZ) van belang. De WOZ- waarde wordt jaarlijks vastgesteld. De belasting wordt uitgedrukt in een percentage van deze waarde. Voor belastingjaar 2025 gaat het om de waarde op de peildatum 1 januari 2024. Waardestijging van bestaande panden is in het tarief gecorrigeerd (verlaging van de tarieven). Vervolgens is de inflatiecorrectie (2,3% voor 2025) en de voor deze heffing specifieke 'inflatiecorrectie OZB' (2,8% voor 2025) toegepast.

De tarieven voor OZB en RZB zijn wettelijk verplicht aan elkaar gelijk. Hieronder treft u een overzicht aan van de tarieven 2025 en vergelijkende cijfers 2024 en het landelijk gemiddelde over 2024.

OZB / RZB tarieven

2025

2024

landelijk 2024*

Woningen

0,08114%

0,07999%

0,0909%

Niet woningen eigenaren

0,28673%

0,27827%

0,3272%

Niet woningen gebruikers

0,23834%

0,23222%

0,2333%

*Bron: Coelo 2024

Hondenbelasting

Hondenbelasting is een van de oudste, nu nog bestaande, belastingen van ons land. Van de 342 gemeenten komt deze belasting bij 120 gemeenten voor (35%). Deze belasting is een algemeen middel en hoeft niet verplicht besteed te worden aan hondenbeleid. Op de tarieven voor 2025 is de eerdergenoemde inflatiecorrectie van 2,3% toegepast. Voor hulphonden en honden in een asiel geldt een vrijstelling van hondenbelasting. Ter vergelijking geven wij onderstaand ook het tarief 2024 en het landelijk gemiddelde over 2024 (van gemeenten waar hondenbelasting is ingevoerd).

Hondenbelasting

2025

2024

landelijk gemiddelde*

Eerste hond

98

96

27

Volgende hond

173

170

niet bekend

Kennel

419

410

niet bekend

*Bron: Coelo 2023

Toeristenbelasting en watertoeristenbelasting

Toeristenbelasting geldt voor het overnachten in hotels, pensions etc. Watertoeristenbelasting geldt voor het verblijven in een haven per etmaal. In plaats van een bedrag per nacht kan ook voor een vast bedrag voor een heel seizoen gekozen worden (forfait). Het tarief voor 2025 bedraagt 1,28 per nacht/etmaal.

Dagtoeristenbelasting

De raad heeft op 21 september 2021 besloten om deze belasting vanaf 2022 gefaseerd af te bouwen. In 2023 werd nog 25% van het tarief over 2021 geheven. Vanaf 2024 wordt geen dagtoeristenbelasting meer geheven.

Rioolheffing

De opbrengsten rioolheffing dekken, naast de kosten van het rioleringsstelsel, ook kosten die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken. Om schommelingen in de tarieven te voorkomen, maken we gebruik van een voorziening voor riolering. Het tarief voor rioolheffing is naast de indexering met 2,3%, verhoogd met 1%. Deze verhoging komt voort uit het door de gemeenteraad op 13 oktober 2020 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025. Hiernaast wordt het tarief in 2025 en 2026 verhoogd met 10% als gevolg van extra investeringen en prijsstijgingen. Bij de actualisatie van het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP) in 2025 wordt het tarief voor 2026 definitief bepaald. Het tarief voor het eigenaarsdeel bedraagt in 2025 128,65 en voor het gebruikersdeel 64,33 (1-persoonshuishouden) of 128,65 (meerpersoonshuishouden). Hieronder geven wij een overzicht van de baten en lasten in 2025 en daarbij de mate van kostendekking van de heffing.

Kostendekkendheid Rioolheffing

Netto kosten

7.399

Direct toe te rekenen kosten

1.513

Overhead

1045

BTW

3.318

Totale lasten

13.275

Opbrengsten

11.180

Totale baten

11.180

Dekkingspercentage (ex mutatie voorziening)

84%

Mutatie egalisatie voorz (onttrekking)

-2.095

Lijkbezorgingsrechten

De tarieven voor deze rechten zijn aangepast met 2,3%. Daarbij is rekening gehouden met de verhouding tussen de tarieven zoals vastgelegd in het beleid dat de raad in 2020 vaststelde. Hieronder geven wij een overzicht van de baten en de lasten in 2025 en daarbij de mate van kostendekking van deze heffing.

Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten

Netto kosten

1.369

Direct toe te rekenen kosten

1.277

Overhead

882

BTW

-

Totale lasten

3.529

Totale baten

1.513

Dekkingspercentage

43%

Mutatie egalisatie voorz (onttrekking)

-104

Leges

In hoofdlijn zijn de tarieven van 2024 met een inflatiecorrectie van 2,3% verhoogd. Daar waar sprake is van een percentage, is dat percentage gelijk gebleven.

Binnen de legesverordening mogen we overschotten op onderdelen inzetten voor tekorten op andere onderdelen (kruissubsidiering). De begrote baten en lasten 2025 en de mate van kostendekking is hieronder zowel op totaalniveau van de verordening als gesplitst per hoofdstuk weergegeven.

Kostendekkendheid leges per hoofdstuk

Hdfstk 1 Alg.dienstverlening

Netto kosten

1.109

Direct toe te rekenen kosten

1.488

Overhead

1.173

BTW

8

Totale lasten

3.779

Opbrengsten

1.789

Dekkingspercentage

47%

Hfdstk 2 Omgevingsvergunningen

Netto kosten

1.226

Direct toe te rekenen kosten

1.301

Overhead

1.028

BTW

254

Totale lasten

3.809

Opbrengsten

4.640

Dekkingspercentage

122%

Hfdstk 3 Dienstverlening EDR

Netto kosten

-

Direct toe te rekenen kosten

340

Overhead

268

BTW

-

Totale lasten

608

Opbrengsten

99

Dekkingspercentage

16%

Kostendekkendheid Leges totaal

Netto kosten

2.335

Direct toe te rekenen kosten

3.129

Overhead

2.469

BTW

262

Totale lasten

8.195

Opbrengsten

6.528

Dekkingspercentage

80%

Afvalstoffenheffing

De heffing vergoedt de kosten voor inzameling van huishoudelijk afval. RAD BV voert de inzameling voor de gemeente uit. Hiervoor is een dienstverleningsovereenkomst gesloten die jaarlijks geïndexeerd wordt. Het tarief van de heffing is ten opzichte van 2024 gestegen met ca 25% en bedraagt gemiddeld 298,-. (2024: 266,-). Het landelijk gemiddelde tarief kwam in 2024 uit op 346,- voor meerpersoonshuishoudens (bron: Coelo 2024). Een stijging van het tarief van 25% betekent een gemiddelde lastenstijging van ca. 12%, aangezien als gevolg van het grondstoffenbeleidsplan het afval beter wordt gescheiden en daardoor minder vaak containers met restafval worden aangeboden.

De tarieven voor de afvalstoffenheffing stijgen. Het lijkt tegenstrijdig dat de tarieven omhooggaan, terwijl we met het grondstoffenbeleidsplan willen dat het afval beter gescheiden wordt. De tariefsverhoging is nodig omdat er allerlei autonome ontwikkelingen zijn die voor hogere kosten zorgen. Zo zijn de verwerkingstarieven van diverse afvalstromen gestegen en zijn ook de kosten van transport hoger. Deze kosten zouden ook zonder het de maatregelen uit het grondstoffenbeleidsplan stijgen. Kort gezegd: ook zonder het grondstoffenbeleidsplan zouden de tarieven omhoog moeten. Een deel van de kostenstijging is wel terug te voeren op het grondstoffenbeleidsplan. Het uitgangspunt is dat de afvalstoffenheffing kostendekkend is. Hogere kosten dekken met minder aanbiedingen betekent een hoger tarief per aanbieding.

Wanneer er binnen de gemeente geen afval zou worden gescheiden, dan bedraagt het gemiddelde tarief 410,-. De prikkel goed scheiden loont geldt nog steeds: hoe minder restafval je aanbiedt, hoe minder afvalstoffenheffing je betaalt.

Hieronder geven wij een overzicht van de baten en lasten in 2025 en de mate van kostendekking van de heffing.

Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing

Netto kosten

10.748

Btw

1.956

Direct toe te rekenen kosten

-

Overhead

-

Totale lasten

12.704

Opbrengsten heffing

11.719

Overige opbrengsten

982

Totale baten

12.701

Dekkingspercentage

100,0%

Mutatie egalisatie voorz

0

Haven- en kadegelden

De tarieven voor haven- en kadegelden zijn, ten opzichte van 2024, aangepast met de inflatiecorrectie van 2,3%. Hieronder geven wij een overzicht van de baten en lasten in 2025 en de mate van kostendekking van de heffing.

Kostendekkendheid Haven en kadegelden

Netto kosten

239

Direct toe te rekenen kosten

134

Overhead

108

BTW

35

Totale lasten

516

Opbr. Haven-kadegelden

92

Overige opbrengsten

44

Totale baten

136

Dekkingspercentage

26%

Marktgelden

De tarieven voor marktgelden zijn aangepast ten opzichte van 2024 met de inflatiecorrectie van 2,3%. Hieronder geven wij een overzicht van de baten en lasten 2025 en de mate van kostendekking van de heffing.

Kostendekkendheid Marktgelden

Netto kosten

29

Direct toe te rekenen kosten

8

Overhead

6

BTW

5

Totale lasten

49

Opbr marktgelden

24

Overige opbrengsten

-

Totale baten

24

Dekkingspercentage

50%

Bedrijfsinvesteringszones (BIZ)

Volgens de Wet op de bedrijfsinvesteringszones (BIZ) kan de gemeenteraad onder de naam BIZ- bijdrage een belasting instellen binnen een bepaald gebied in de gemeente. Per gebied wordt een verordening opgesteld. Een verordening heeft een maximale looptijd van 5 jaar. In totaal kent de gemeente 7 BIZ verordeningen; Puttershoek, Zuid-Beijerland, Oud-Beijerland de Bosschen, Oud- Beijerland Hoogerwerf, Strijen, 's Gravendeel en Numansdorp.

Reclamebelasting

Reclamebelasting geldt alleen voor niet-woningen in een aangewezen gebied (het centrum van Oud- Beijerland). De opbrengsten zijn bestemd voor de stichting Centrummanagement Oud-Beijerland. Hierover is met de stichting een overeenkomst gesloten. Het tarief voor reclamebelasting bestaat uit een vast bedrag en variabelbedrag, gekoppeld aan de WOZ-waarde. Het vaste deel is gecorrigeerd voor de inflatiecorrectie en bedraagt in 2025 356 (348 in 2024). Bij het variabele deel is eveneens rekening gehouden met de inflatiecorrectie. Dit tarief komt uit op 1,79 (1,76 in 2024) per 1.000 WOZ-waarde boven 250.000, met een maximum van 1.406 (1.406 in 2024).

Kwijtschelding

De Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen geven het wettelijk kader waarbinnen de gemeente belastingen kan kwijtschelden. Dit is vastgelegd in de Kwijtscheldingsverordening. Hierin is opgenomen dat het percentage de kosten van bestaan op 100% van de bijstandsnorm is gesteld. Dit is het wettelijk maximum. Kwijtschelding is in gemeente Hoeksche Waard mogelijk voor:

  • OZB;
  • RZB;
  • Rioolheffing;
  • Hondenbelasting, alleen voor de eerste hond;
  • Afvalstoffenheffing tot een maximaal bedrag van €298;
  • Leges voor een Nederlandse identiteitskaart;
  • Leges voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart;
  • Leges voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.