Algemeen financieel beleid

In deze paragraaf treft u de samenvatting van het financiële beeld van de Begroting 2024-2027.

Ambities uit het Collegeprogramma zijn opgenomen in de Begroting 2024

In december 2022 heeft de raad het Collegeprogramma (uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord ‘Samen doordracht doen') behandeld en de bijbehorende begrotingswijziging vastgesteld. Alle nieuwe ambities uit dit Collegeprogramma en de financiële effecten hiervan zijn opgenomen in deze Begroting 2024.

De Perspectiefnota 2024-2027 sloot met negatieve eindsaldi als gevolg van forse prijsontwikkelingen

Op 6 juli 2023 is de Perspectiefnota 2024-2027 vastgesteld. In deze Perspectiefnota waren onder meer de posititieve effecten van de Meicirculaire 2023 en de nadelige effecten uit de Zomerrapportage 2023, met name als gevolg van forse loon- en prijsstijgingen, op het actuele begrotingssaldo opgenomen. De Perspectiefnota sloot vooralsnog met negatieve eindsaldi.

Nog onduidelijkheid over Rijksmiddelen vanaf 2026 (‘ravijnjaren’)

Alle gemeenten in Nederland ontvangen vanaf 2026 minder geld van het Rijk (zgn. 'Ravijnjaren'). Mede als gevolg van de val van het kabinet is er nog steeds onduidelijkheid over de Rijksmiddelen vanaf 2026. De VNG heeft in haar ledenbrief geadviseerd om de tekorten in deze 'Ravijnjaren' zichtbaar op te nemen in de begroting. De VNG treedt hiervoor in overleg met het Rijk. Voor de Begroting 2024 geldt dat de toezichthouders (provincies) voor deze jaren een tekort accepteren (voor de Hoeksche Waard 11,8 mln).

De (primaire) begroting is vooralsnog niet in evenwicht

In onderstaande tabel is het verloop opgenomen van de eindsaldi zoals gepresenteerd bij de Perspectiefnota 2024 tot de eindsaldi zoals opgenomen in de (voorliggende) begroting 2024:

Structureel begrotingssaldo

2024

2025

2026

2027

Toelichting

Structureel begrotingssaldo in Perspectiefnota 2024-2027

-1,5

-1,0

-12,6

-13,4

Betreft het begrotingssaldo inclusief de meicirculaire 2023.

Overige mutaties (o.a. WMO/ICT/Belastingen)

0,6

0,2

0,2

0,2

Actualisatie budgetten WMO (contractuele indexering), ICT (aanbestedingen Cloud), leges omgevingsvergunningen en belastinginkomsten (actuele ramingen SVHW)

Structureel begrotingssaldo 2024-2027

-0,9

-0,8

-12,4

-13,2

11,8

11,8

Provincie accepteert ihkv het toezicht een tekort van 11,8 mln vanaf 2026 ('Ravijnjaren')

-0,6

-1,4

De Begroting 2024-2027 moet op grond van artikel 189 van de Gemeentewet ‘structureel’ in evenwicht zijn. Dit houdt in dat de structurele lasten worden gedekt met structurele baten. De begroting is vooralsnog niet in evenwicht.

Nieuwe beleidsontwikkelingen en dekkingsmaatregelen ten behoeve van een sluitende begroting

In het raadsvoorstel bij deze begroting treft u de voorgestelde keuzes om te komen tot een structureel sluitende begroting, rekening houdend met het toegestane tekort door de toezichthouder in de jaren 2026 en 2027. Tevens treft u in dit raadsvoorstel ook de effecten van de Septembercirculaire 2023 (1e begrotingswijziging 2024), aangezien deze ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet was gepubliceerd, en de effecten van enkele nieuwe beleidsontwikkelingen welke wij nog in de begroting verwerken via de 2e begotingswijziging 2024.

Actuele ontwikkelingen

Hieronder noemen wij enkele belangrijke ontwikkelingen, die gezien de mogelijke impact, het structurele begrotingssaldo de komende jaren nog kunnen beïnvloeden.

Invoering Omgevingswet

De Omgevingswet wordt ingevoerd op 1 januari 2024. De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging hebben gevolgen voor de gemeentelijke taken en naar verwachting ook voor de legesinkomsten. Onder de Omgevingswet veranderen de bestemmingsplannen in Omgevingsplannen waarin gemeenten meer keuzevrijheid hebben als het gaat om vergunninplicht.

Onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gaat de bouwtechnische toetsing en het bouwtechnisch toezicht naar de markt. Hierdoor vervallen bij inwerkingtreding van de wet de legesinkomsten die we voor deze werkzaamheden ontvangen. Er komen echter andere werkzaamheden voor in de plaats die we niet via leges kunnen verhalen. Te denken valt aan toezicht en handhaving, het behandelen van meldingen en het geven van informatie. Als gemeente zijn we het bevoegd gezag en daarmee verantwoordelijk voor de uitoefening van deze nieuwe taken.

De raad dient een besluit te nemen voor welke activiteiten geen vergunning meer hoeft te worden aangevraagd. Op basis van deze besluitvorming kunnen de effecten op de legesbaten worden verwerkt. Daarnaast zijn voor de implementatie van het nieuwe werkproces Omgevingswet middelen nodig voor de extra benodigde capaciteit om aan de wettelijke eisen te voldoen. In 2024 wordt bezien hoeveel extra middelen daadwerkelijk noodzakelijk zijn en of (en hoeveel) extra middelen vanuit het Rijk komen. In afwachting hierop is het noodzakelijk om tijdelijk extra middelen beschikbaar te hebben. Derhalve stellen wij via de 2e begrotingswijziging 2024 van deze begroting voor om tijdelijk 0,6 mln incidentele middelen vrij te maken om de taken te kunnen uitvoeren. Deze middelen worden dan onttrokken uit de algemene reserve en worden vervolgens gestort in de reserve Implementatie Omgevingswet, waaruit wij de invoeringskosten van de nieuwe Omgevingswet kunnen dekken.

Inflatie

Op dit moment is sprake van een relatief hoge inflatie. De inflatie van het afgelopen jaar komt voort uit 3 internationale schokken. De eerste is de coronapandemie. Mensen bleven thuis en gaven minder geld uit. Winkels en fabrieken sloten of schortten hun productie op. De economie draaide als geheel op een lager pitje en de al lage inflatie daalde nog iets verder. 

Het economisch herstel na de coronacrisis was krachtig. De consumptie veerde op. Tegelijkertijd liepen steunmaatregelen vanuit overheid nog door. De vraag naar goederen en diensten bleef sterk en de arbeidsmarkt krap. Consumenten gaven gespaard geld uit en het bedrijfsleven vulde voorraden aan. 

De inval van Rusland in Oekraïne leidde tot een nieuwe schok voor de wereldeconomie. Met name door sterk oplopende energieprijzen. Door de regionale aard van gasmarkten, zijn de gevolgen van de gestegen gasprijzen het grootst in Europa. De inflatie in de eurozone daalt inmiddels weer, maar blijft naar verwachting dit jaar en komend jaar nog wel hoog. De hoge inflatie zet daardoor druk op onze budgetten.

Rijksmiddelen vanaf 2026

Mede als gevolg van de val van het kabinet is er nog steeds veel onduidelijkheid over de Rijksmiddelen vanaf 2026. Alle gemeenten in Nederland ontvangen dan minder geld van het Rijk, onder meer als gevolg van de herinvoering van de ‘opschalingskorting’ op het gemeentefonds vanaf 2026. Dit beleid om gemeenten naar meer dan 100.000 inwoners op te schalen is losgelaten, terwijl de korting is blijven bestaan. De VNG treedt met het Rijk in overleg voor extra Rijksmiddelen voor gemeenten en heeft in haar ledenbrief geadviseerd om de tekorten in deze 'ravijnjaren' zichtbaar te maken in de begroting. Voor de Begroting 2024-2027 geldt dat de toezichthouders (provincies) voor deze jaren een tekort accepteren (voor de Hoeksche Waard 11,8 mln). Indien het Rijk géén extra middelen beschikbaar stelt, dan heeft dit grote financiele consequenties en zullen ingrijpende (maatschappelijke) keuzes noodzakelijk zijn.

Bovengenoemde ontwikkelingen kunnen nog invloed hebben op het begrotingssaldo. Wij volgen deze ontwikkelingen nauwlettend.

Belastingen

De belangrijkste gemeentelijke belastingen zijn de OZB, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Op de tarieven OZB en Rioolheffing is in deze primitieve begroting een inflatiecorrectie van 3% toegepast. De waardestijging van onroerend goed wordt door een verlaging van het OZB tarief gecorrigeerd.

Bij het rioolrecht en de afvalstoffenheffing gaan wij uit van 100% kostendekking. Het tarief voor rioolheffing is naast de genoemde inflatiecorrectie, verhoogd met 1%. Deze verhoging komt voort uit het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 dat de gemeenteraad op 13 oktober 2020 vaststelde.

Het tarief van de afvalstoffenheffing is aangepast aan de kostenstijging uit de met de RAD B.V. gesloten Dienstverleningsovereenkomst.

NB De prijsindexatie en de aanpassing van de tarieven die in deze (primaire) begroting zijn opgenomen, zijn gebaseerd op de gegevens zoals opgenomen in de meicirculaire 2023 (en Perspectiefnota 2024). Hierop was een prijsindexcijfer van 3% van toepassing. In de septembercirculaire 2023 van het gemeentefonds wordt uitgegaan van hogere inflatiecijfers (3,3% in plaats van 3%), op basis van de actuele raming van het Centraal Planbureau (CPB). Gezien het tijdstip waarop de septembercirculaire bekend is gemaakt, hebben wij de effecten hiervan (op de budgetten en tarieven) niet meer in deze begroting kunnen verwerken. We hebben de financiële effecten hiervan verwerkt in het raadsvoorstel bij deze begroting en de daarbij behorende eerste begrotingswijziging 2024. Tevens wordt in dit raadsvoorstel (dekkingsplan) voorgesteld om een inflatiecorrectie op de ozb over 2022 van 3,8%. Deze mutatie wordt verwerkt via de tweede begrotingswijziging.

Gemeentefonds

De ramingen voor het gemeentefonds hebben wij gebaseerd op de Meicirculaire 2023. De gevolgen van de Septembercirculaire 2023 verwerken wij in de 1e begrotingswijziging 2024. Deze uitkomsten treft u in het raadsvoorstel bij de Begroting 2024-2027.

Reservepositie

De omvang van de vrij besteedbare algemene reserve bedraagt per 1 januari 2024 circa 84 miljoen. Naast de vrij besteedbare algemene reserve beschikt gemeente Hoeksche Waard ook over een reserve weerstandscapaciteit van circa 10 miljoen om risico’s op te kunnen vangen. Met een weerstandsratio van ca. 9,7 voldoen wij ruimschoots aan de norm uit de nota Risicomanagement. Onze reservepositie is hiermee zeer solide te noemen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.