Financiering

Algemeen

De financieringsparagraaf is een belangrijk hulpmiddel bij het sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden op de financieringsfunctie. De paragraaf is een uitwerking van de regelgeving in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Volgens deze wet is de financieringsfunctie van de gemeente alleen bedoeld voor het uitvoeren van de publieke taken. De verdere lokale regels liggen vast in het Treasurystatuut. In 2023 heeft de gemeenteraad het geactualiseerde Treasurystatuut vastgesteld.

Beleidskader en verordeningen

  • Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido)
  • Besluit lening voorwaarden decentrale overheden
  • Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden
  • Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Wet Ruddo)
  • Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)
  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
  • Financiële verordening
  • Treasurystatuut

Rentevisie

Het rentepercentage voor leningen met een looptijd korter dan een jaar is op dit moment positief. Dit houdt in dat de gemeente voor het aangaan van kasgeldleningen rente betaald. Voor langlopende geldleningen met een looptijd van 25 jaar is de rente (afgerond) 3,71%.

Dienstverlening BNG

Met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten hebben we een raamovereenkomst met geïntegreerde dienstverlening. Deze dienstverlening omvat:

  • Elektronisch betalingsverkeer via een rekening-courant
  • Kort-kredietarrangementen (daggeldverstrekking en –opname, kasgeldleningen entermijndeposito’s)
  • Langlopende kredietverlening
  • Een online informatiedienst

Schatkistbankieren

Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden alle overtollige beschikbare middelen op hun bankrekeningen te beleggen bij het Rijk. Onder overtollige middelen verstaat het Rijk bedragen groter dan 2% van het begrotingstotaal (met een minimum van 1.000.000). Voor 2024 is dit bedrag voor gemeente Hoeksche Waard berekend op 4,9 miljoen. Er is daarmee geen vrijheid om overtollige liquide middelen onder te brengen bij andere marktpartijen. Die overtollige middelen mogen wij alleen in rekening-courant en via deposito’s bij de schatkist aanhouden.

Decentrale overheden nemen deel aan schatkistbankieren zodat de collectieve sector (Rijk en decentrale overheden gezamenlijk) een lagere EMU-schuld heeft. Iedere euro die decentrale overheden aanhouden in de schatkist, vermindert de externe financieringsbehoefte van het Rijk. Dit leidt automatisch tot een lagere staatsschuld. Door het schatkistbankieren kunnen decentrale overheden ook hun beleggingsrisico’s verder verminderen. Deze situatie kan zich in onze gemeente overigens niet voordoen. In het Treasurystatuut is een verbod op risicovolle beleggingen en derivaten opgenomen.

Voor de uitvoering van het schatkistbankieren, is een SKB-werkrekening geopend bij de BNG . Overtollige gelden worden hier dagelijks naartoe afgeroomd. De BNG blijft ook de overige geldhandelingen verzorgen zoals betalingen en ontvangsten.

Rentekostenverdeling

De rentekosten worden tegen 0,41% ten laste van het taakveld gebracht op basis van de boekwaarde van de vaste activa. Deze omslagrente berekenen we als volgt: de aan de taakvelden toe te rekenen rente delen we door de boekwaarde van de vaste activa per 1 januari. De omslagrente rekenen wij vervolgens toe aan de activa. Bij de jaarrekening wordt bekeken of het gehanteerde rentepercentage juist is. Een renteresultaat geeft de mate waarin de externe rentelasten zijn toegerekend (verdeeld) in de begroting aan.

.

Begroting 2024

A

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

1.214

B

De externe rentebaten

-/-

33

Totaal door te rekenen externe rente (a-b)

1.182

C1

Rente doorberekend aan grondexploitatie

-/-

-1

C2

Rente projectfinanciering toegerekend aan taakveld

-/-

-

Saldo door te rekenen externe rente (a-b-c)

1.183

D2

Rente over eigen vermogen

-

D1

Rente over voorzieningen

-

De aan taakvelden toe te rekenen rente

1.183

Boekwaarde investeringen per 1-1-2024

287.429

Berekend omslag%

0,41%

E

De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente

-/-

1.181

F

Renteresultaat op het taakveld treasury

-2

Risicobeheer

Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het Treasurystatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen. Deze vormen de basis voor alle transacties op dit gebied. Daarnaast geeft de Wet Fido normen voor het beperken van risico’s. Het belangrijkste risico in dit kader is het renterisico. Het kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn belangrijke richtlijnen om het renterisico te beperken.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is bedoeld om de renterisico’s bij de vlottende schuld (schulden met een looptijd korter dan een jaar) te beheersen. De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van de totale lasten van de begroting. De kasgeldlimiet per kwartaal is als volgt:

1e kw. 2024

2e kw. 2024

3e kw. 2024

4e kw. 2024

Primaire begroting per 1 januari 2024

244.847

244.847

244.847

244.847

Toegestane kasgeldlimiet

- in procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

- in bedrag

20.812

20.812

20.812

20.812

Vlottende korte schuld (1)

Maand 1

36.000

36.000

36.000

36.000

Maand 2

36.000

36.000

36.000

36.000

Maand 3

36.000

36.000

36.000

36.000

Vlottende middelen (2)

Maand 1

22.014

22.014

22.014

22.014

Maand 2

22.014

22.014

22.014

22.014

Maand 3

22.014

22.014

22.014

22.014

Saldo (1-2)

Maand 1

13.986

13.986

13.986

13.986

Maand 2

13.986

13.986

13.986

13.986

Maand 3

13.986

13.986

13.986

13.986

Gemiddeld saldo

13.986

13.986

13.986

13.986

Kasgeldlimiet

20.812

20.812

20.812

20.812

Ruimte (+) / Overschrijding (-) kasgeldlimiet

6.826

6.826

6.826

6.826

Renterisiconorm

De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico door renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks niet meer dan 20% van het begrotingstotaal voor herfinanciering of renteherziening in aanmerking mag komen. De volgende tabel geeft de renterisiconorm voor 2024-2027 weer.

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Stand van de begroting per 1/1

244.847

248.306

241.036

240.158

Vastgestelde percentage

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%

Renterisiconorm

48.969

49.661

48.207

48.032

Renteherzieningen

0

0

0

0

Aflossingen

833

833

833

833

Renterisico

833

833

833

833

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

48.136

48.828

47.374

47.199

De tabel laat zien dat er geen sprake is van risico’s op het overschrijden van de renterisiconorm.

Uitgezette geldleningen

Onderstaand een overzicht van de uitgezette geldleningen per risicogroep.

Risicogroep

Restant schuld

1-1-2024

1-1-2025

1-1-2026

1-1-2027

SVn: duurzaamheidsleningen

6.206

6.206

6.206

6.206

SVn: blijversleningen

301

301

301

301

SVn: startersleningen

11.495

11.495

11.495

11.495

18.002

18.002

18.002

18.002

Sportverenigingen

1.134

1.068

1.001

934

Woningfinanciering eigen personeel

44

32

23

18

1.178

1.100

1.024

952

Noodsteun

33

17

0

0

33

17

0

0

Totaal verstrekte geldenleningen

19.213

19.119

19.026

18.954

(Bedragen x 1.000)
* Exclusief Duurzaamheidsleningen á 5,0 miljoen conform besluitvorming op 12 oktober 2023.

Garanties

Onderstaand een overzicht van de verstrekte garanties per risicogroep.

Risicogroep

Restant schuld waarborggemeente

1-1-2024

1-1-2025

1-1-2026

1-1-2027

Woningcorporaties met garantie WSW

50%

161.044

161.031

160.948

160.948

Zorginstellingen met garantie WSW

50%

30.926

30.926

30.926

30.926

Woningcorporaties zonder garantie WSW

100%

3.916

3.916

3.916

3.916

Zorginstellingen zonder garantie WSW

100%

1.350

1.350

1.350

1.350

Wegschap Tunnel Dordtse Kil

8%

3.540

3.540

3.540

3.540

Bedrijvenpark Hoeksche waard

100%

5.000

5.000

5.000

5.000

Regionale afvalstoffendienst B.V.

100%

6.827

6.827

6.827

6.827

Bres accommodaties

100%

1.038

1.038

1.038

1.038

Geldleningen particuliere woningen

100%

1.610

1.610

1.610

1.610

Diverse bedrijven en verenigingen

50%

4

0

0

0

Diverse bedrijven en verenigingen

60%

120

95

70

45

Diverse bedrijven en verenigingen

100%

78

66

54

42

Totaal verstrekte garanties

215.453

215.399

215.279

215.242

(Bedragen x 1.000)

In de tabel zijn alle verstrekte garanties opgenomen. Op dit moment zijn er voor deze garantstellingen geen betalingsachterstanden.

Voor een aantal groepen is een gemeentegarantie verstrekt. De grootste groep betreft zogenaamde WSW-garantstellingen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) is actief als borgstellingsinstituut voor de sociale woningbouw. Met WSW hebben wij een achtervangovereenkomst gesloten. Hierdoor kan WSW goedkoper geld lenen. Het risico voor verstrekte gemeentegaranties voor de aankoop van een eigen woning, ligt vanaf 2010 volledig bij het Rijk. Omdat hypotheken over het algemeen een looptijd hebben van 30 jaar, lopen de laatste garantstellingen voor particulieren nog tot 2040 door.

Opgenomen geldleningen

Onderstaand een overzicht van het saldo van de bij de BNG afgesloten langlopende geldleningen.

Saldo geldleningen

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Leningen

23.333

22.500

21.667

20.833

Rente en aflossing

Aflossing

833

833

833

833

Rente

90

86

83

80

Totaal

923

919

916

913

Bij bovenstaande tabel wordt opgemerkt dat dit de leningen betreffen die wij op dit moment daadwerkelijk hebben afgesloten. Op basis van het investeringsplan de komende jaren houden wij er rekening mee dat wij aanvullende geldleningen zullen moeten afsluiten.

Ontwikkeling van de schuldpositie

Het wordt de laatste jaren steeds belangrijker om de ontwikkeling van de schuldpositie te volgen. We hebben daarom een aantal ratio’s uitgewerkt: debt ratio, netto schuld als percentage van de begroting en netto schuld als bedrag per inwoner.

Kritische norm

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Debt ratio

80%

47%

50%

56%

61%

Netto schuld / lasten begroting

100%

38%

43%

55%

63%

Netto schuld per inwoner

n.v.t.

1.029

1.154

1.423

1.606

Debt ratio

De debt ratio drukt uit in hoeverre het totale bezit op de balans is belast met schulden. Een ratio van 60% wordt als veilig beschouwd. Als kritische grens hanteren we 80%. Ons percentage van 47% is ruim voldoende te noemen.

Netto schuld als percentage van de begroting

De netto schuld wordt uitgedrukt in een percentage van de begroting. De grondexploitaties laten we buiten beschouwing omdat hierin grote schommelingen optreden en we de rentelasten daarvan binnen de grondexploitaties (inclusief de getroffen voorzieningen) dekken. Een ratio van maximaal 70% wordt als veilig beschouwd. De kritische grens ligt bij 100%. Bij overschrijding van deze grens beoordelen we of we kunnen blijven investeren zonder hiervoor nieuwe financieringsmiddelen aan te moeten trekken. Het percentage van onze gemeente is 38%. Dat is goed te noemen.

Netto schuld per inwoner

De netto schuld per inwoner is het resultaat van de boekwaarde van de vaste geldleningen gedeeld door het totaal aantal inwoners. Wij hebben een netto schuld per inwoner van 1.029.

Beleggingen in aandelen

Het gemeentelijk aandelenbezit bestaat uit aandelen van de BNG, Evides en Stedin. De dividenduitkeringen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Aandelenbezit

Nominale waarde

Dividenden

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Stedin

6.138

50

50

50

50

Stedin (cum. pref. aandelen)

4.080

120

120

120

120

Evides

3.389

674

674

674

674

BNG

357

385

385

385

385

Totaal

13.964

1.229

1.229

1.229

1.229

Gemiddeld rendement

8,80%

8,80%

8,80%

8,80%

Debiteuren- en crediteurenbeheer

Debiteurenbeheer

Het debiteurenbeheer betreft alle activiteiten die gericht zijn op het , zo spoedig mogelijk, innen van openstaande vorderingen bij partijen. Goed debiteurenbeheer zorgt ervoor dat wij over (voldoende) liquide middelen kunnen beschikken om onze leveranciers te kunnen betalen. De omvang van het ons debiteurenbestand (“afnemers”) is daarbij relatief beperkt omdat het SVHW de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen uitvoert. Voor de overige vorderingen voeren wij zelf het debiteurenbeheer uit. Om grip te behouden op ons debiteurenbestand, monitoren wij periodiek onze openstaande vorderingen, herinneren wij onze debiteuren als betalingen uitblijven en zoeken wij bij blijvende knelpunten zo veel mogelijk het persoonlijke contact met debiteuren. Daar waar sprake is van bijzondere omstandigheden, wordt maatwerk toegepast. Daar waar vorderingen structureel niet worden voldaan, geven wij deze uit handen.

Crediteurenbeheer

De coronacrisis ligt gelukkig achter ons. Deze crisis is voor ons eerder aanleiding geweest om onze leveranciers (crediteuren) sneller te betalen. De wettelijke betalingstermijn is weliswaar 30 dagen, maar deze termijn achten wij niet passend bij een gemeente die 100% dienstverlenend wil zijn. Onze doelstelling is om onze facturen binnen 14 dagen te voldoen.

De afgelopen jaren hebben wij ons betalingsproces dus verder aangescherpt en hebben wij diverse verbeteringen in ons betalingsproces doorgevoerd, waaronder een scherpe monitoring op de afhandeling van facturen op teamniveau, interne (signalerings)rapportages, gebruik van routenummers op facturen en het meenemen van onze leveranciers in de informatieverstrekking op facturen. Hierdoor hebben wij onze betalingstermijnen de afgelopen jaren verkort. Volgens het Ministerie van Economische Zaken behoort Hoeksche Waard inmiddels tot de beste gemeenten als het gaat om het afhandelen van rekeningen.

Wij streven ernaar dat wij 95% van onze facturen binnen 14 dagen voldoen. Op dit moment betalen wij ongeveer 85%-90% van onze facturen binnen 14 dagen. In 2024 geven wij een verder vervolg aan onze doelstelling door een verdere uitrol van het gebruik van routenummers en (nog) scherpere monitoring op de afhandeltijd van facturen.

Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)

De Wet Hof is vooral van invloed op het investeringstempo van de gemeente en de manier waarop er wordt omgegaan met reserves. De gemeente moet op basis van het kasstelsel binnen het toegestane EMU-saldo blijven. Bij overschrijding van de EMU-norm zijn in de wet geen maatregelen opgenomen. Op dit moment monitoren wij het EMU-saldo 2 keer per jaar. Aan de hand van de resultaten nemen we eventueel maatregelen op het gebied van investeringen. Het sanctiemechanisme van de minister van Financiën is vervangen door een correctiemechanisme. Als een meerjarige overschrijding van de vastgestelde norm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden dreigt, kan de minister het EMU-saldo van de decentrale overheden beheersen met behulp van het correctiemechanisme .

EMU-saldo

Het EMU-of vorderingensaldo is het financieringssaldo minus deelname in bedrijven en inkomsten uit kredietverstrekking van een land dat lid is van de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU). Het EMU-saldo is door de EMU ingevoerd om de eurolanden met elkaar te kunnen vergelijken.

In het Stabiliteits- en Groeipact is een reeks afspraken tussen landen van de EMU gemaakt om de financiële stabiliteit van de EU en de eurozone te waarborgen. Hierin is de grens aan het nationale begrotingstekort op 3% gesteld. De Europese afspraken vormen de basis van de Wet Hof. De wet bepaalt dat niet alleen het Rijk, maar ook de decentrale overheden zich aan de eisen moeten houden. Het aandeel van de decentrale overheden in de 3%-norm is 0,4%, waarvan weer 0,27% is toebedeeld aan de gemeenten.

In onderstaande tabel is het EMU-saldo van gemeente Hoeksche Waard berekend.

Omschrijving

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-7.841

-5.840

-17.160

-16.888

Afschrijvingen ten laste van de exploitatie

11.308

12.721

13.617

14.155

Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie

1.353

1.355

1.305

1.210

Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

38.074

21.790

25.200

14.880

Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4

0

0

0

0

Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:

Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord

0

0

0

0

Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)

948

531

44

0

Baten bouwgrondexploitatie:

Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord

856

1.786

0

0

Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen

2.607

1.686

2.425

1.586

Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten

0

0

0

0

Verkoop van effecten:

Gaat u effecten verkopen?

Zo ja wat is de verwachte boekwinst op de exploitatie?

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

-35.952

-13.984

-29.907

-17.989

Het EMU-saldo kan gezien worden als een extra financieel kengetal naast de andere vijf verplichte financiële kengetallen zoals de solvabiliteit en de (netto) schuldquote. Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht in het bedrijfsleven. Het negatieve EMU-saldo over alle jaren geeft aan dat we naar verwachting als gemeente via reële transacties jaar meer uitgeven dan dat we hebben ontvangen. Het is echter wel van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. Gemeenten maken voor hun boekhouding gebruik van het ‘gemodificeerde stelsel van baten en lasten’. Het EMU-saldo van één jaar zegt relatief weinig omdat de uitgaven voor investeringen bijvoorbeeld in één jaar leiden tot een uitgave, maar in de exploitatie via de kapitaallasten leiden tot meerjarige lasten. Of dat toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat gaan, maar pas bij besteding van de voorziening leiden tot een uitgave.